donderdag 3 april 2008

Weg

´Waarom wil jij weg? Ben je op de vlucht ofzo?´

Over deze vragen moet ik even nadenken terwijl ik de jongen aan de overkant van de bar nog een biertje inschenk. Als ik het nu zo mooi mogelijk formuleer, zou hij dan misschien niet in de gaten hebben dat ik er geen pasklaar antwoord voor heb? Ik besluit in plaats daarvan te gaan voor eerlijkheid en terwijl ik zorgvuldig mijn woorden kies probeer ik mijn drang om de wereld te zien uit te leggen. Het kernwoord dat ik gebruik is vrijheid. Hoewel ik nog maar piepjong ben voel ik in dit land zoveel sociale- en prestatiedruk dat ik de neiging krijg helemaal niets meer te doen en weg te rennen. De wereld is groot maar wordt zo vaak voorgesteld als overzichtelijk en klein. In mijn studie uit zich dat bijvoorbeeld in de inzichten die ik krijg in beleidsvorming. Buitenlands beleid dat ontworpen wordt door mensen die nog geen woord met lokale bevolking gesproken hebben. Het Nederlandse model van samenlevingsinrichting die door iedereen gevolgd moet worden voor voorspoed en vrede. Culturele diversiteit wordt teniet gedaan met het opleggen van sociaal-economische ideeen. We hebben een bepaald beeld van de Niet Westerse en in dit hokje word elke cultuur geplaatst. Niet Westers is Niet Zo Intelligent en Welvarend. Ik ga opzoek naar het tegendeel.

Daarnaast houd ik natuurlijk ook gewoon van de zon en van nieuwe landschappen en nieuwe mensen. Het no worries-gevoel dat mijn ervaringen in Australie me heeft opgeleverd is nog steeds niet helemaal verdwenen, maar het ebt weg door de betonnen straten en de drukte. Het benauwde gevoel van met zijn 17 miljoenen op een hoopje leven blijft aan me hangen en ik weet van mijn twee grote reizen dat dit verdwijnt zodra ik voet op nieuwe bodem zet. En dat zal ik de komende anderhalf jaar dan ook gaan doen. Vorig jaar heb ik besloten alleen nog maar de dingen te doen die ik het leukst vindt, het liefst met positieve gevolgen voor iedereen die daarmee te maken heeft. Daar ga ik 18 juni aan beginnen.

´Ik ben jaloers´ zegt hij. Niet-begrijpend kijk ik hem aan. ´Jij doet het tenminste´. Ja, denk ik, ik ga het doen.

New York, here I come!