zaterdag 20 december 2008

Buik

Dat het er klein en donker zou zijn had ik ergens wel verwacht. De rondrennende kinderen gillen, vrouwen wachten geduldig, een baby huilt. Het ruikt er naar alcohol, kruiden, vieze luiers en een vleugje rottend vlees. Een harige spin kruipt over het rottende plafond. De receptie is verlaten en dus loop ik naar een willekeurige ruimte. Of er iemand beschikbaar is. De vriendelijke Ecuadoriaan neemt me bij de arm, roept wat tegen een zuster en zet mij in een kamertje. Enkele minuten later stamel ik in mijn beste Spaans antwoorden tegen een dokter op vragen die ik niet begrijp. Hij heeft de zachte bruine ogen en chocolade huid van een indigino en spreekt geen woord Engels. Als hij ziet dat ik bijna begin te huilen legt hij mij op de onderzoekstafel, en laat me achter bij een kordate zuster die een thermometer in mijn mond duwt, mijn bloeddruk meet en ondertussen gezellig kwebbelt over het weer. Hij komt terug met een A4-tje met de Engelse vertaling van zijn vragen en een glimlach die me geruststelt. Vervolgens vertelt hij me na onderzoek dat ik veel eerder had moeten komen, dat ik echt mijn medicijnen moet nemen en dat het allemaal goed komt.

Twee weken, een zware antibioticakuur, een jungletrip en een groentedieet later breng ik weer het grootste gedeelte van de dag door op het toilet en overdenk de mogelijkheden om het ziekenhuis te ontwijken. Deze keer heb ik geen koorts en geen zin in nog meer medicijnen -want die doden niet alleen de slechte bacterien maar ook mijn weerstand. In plaats daarvan eet ik papayazaadjes en baad ik mij in de baden onder de waterval in het dorp met de welgekozen naam Baños. Met op de achtergrond veel versies van ´Feliz Navidad´ verbrand ik, slechts honderd kilometer verwijderd van de evenaar die ik eerder bezocht heb. Met mijn ogen dicht probeerde ik recht over de exacte nullijn van de aarde te lopen, wat vrijwel onmogelijk is door de magnetische velden die je dan wel naar het Noordelijk, dan wel naar het Zuidelijk halfrond trekken.

Naast Baños heeft de vulkaan Tungurahua enkele dagen geleden besloten weer actief te worden. Na een dag duidelijke rooksignalen af te hebben gegeven heeft hij zich achter een permanente wolk verstopt om zijn geheime plan tot in de puntjes uit te werken. Twee jaar geleden is hij voor de laatste keer uitgebarsten, mensen sparend maar wegen vernielend. Als ik in het dorp informeer of het niet gevaarlijk is om hier te zijn lacht een jonge Ecuadoriaan en zegt: ´Natuurlijk niet! We hebben immers een bel!' Geen enkele reden om me druk te maken dus en daarom drink ik nog maar een mojito met Tim, de ronde roodharige Ierse chef die goedgemutst vieze grappen vertelt en brownies voor mij uit zijn keuken smokkelt. Die zijn zelfs voor mijn buikbacterie onweerstaanbaar.

zondag 14 december 2008

Oriente

Daar zit ik dan, in het pikkedonker, terwijl het harder stormt dan ik ooit heb gezien. Het rieten dak houdt de regen beter tegen dan menig dakpan zou doen. De bliksem verlicht de palmbomen, lianen, bananenplanten en engelentrompetten. Om mij heen zitten dertig Ecuadorianen die zich door een kleinigheid als stroomuitval niet laten storen in hun verjaardagsfeest. De drank blijft rondgaan, er wordt gelachen en geschreeuwt en uit een ander gebouwtje wordt een generator tevoorschijn getoverd die de boel weer op gang brengt. Muziek!

Eerder die avond zat iedereen met zijn handen de kippensoep te slurpen en de vis te eten, die in een bananenblad boven het vuur uren had liggen roosteren. De lucht, zwaar van regen, werd toen al donker. Ik raak in een geanimeerd gesprek met een vrouw, die de leider van de vrouwen van het Rode Kruis is. Ze is erg geinteresseerd in mijn reis, in wat ik doe, hoe oud ik ben, hoeveel broers en zussen ik heb, en waarom ik niet aan het werk ben. Terwijl ik een stuk kip tussen mijn borsten vandaan weet te vissen probeer ik in mijn beste Spaans uit te leggen dat ik liever al reizend leer over de wereld dan in een schoolbank. Maar wat is het woord voor schoolbank?

De lichten zijn weer aan, de muziek die mij 13 jaar terug brengt in de tijd schalt keihard door de luidsprekers. Ik ben weer eens de enige vrouw en dat betekent dansen, dansen. De man die deze koepel heeft gebouwd is de medicijnman Mario. In zijn smerige t-shirt loopt hij dronken whisky uit te delen. Drinken, ook bier, gaat hier in shots, die door verschillende mensen worden uitgedeeld en waartegen geen nee gezegd mag worden. Huisgebrouwen goedjes zijn de favoriet, dat wil zeggen, met meer dan 50%. Is goed voor je buik. Terug naar Mario. Hij kent de werking van werkelijk alle planten en na 22 jaar met de Ketchwa shamans gewerkt te hebben mag hij zich ook zo noemen. Trots vertelt hij over gebroken armen die geheeld zijn door het toedienen van bepaalde bladerpapjes, slangenvet en meer dingen waar ik echt helemaal niets van weet. Achter zijn huis wordt een grote medisch botanische tuin aangelegd, waar alle medicinale planten groeien voor de dorpjes waar in gewerkt wordt.

Hij is nu echt dronken en slingert mij met plezier de hele dansvloer over. Na vriendelijk bedankt te hebben voor de zoveelste ronde word ik in een auto gezet en scheuren we met 120 km/u met een van de jarigen naar de karaoke bar. Waar het halve dorp Loreto Spaanse hits loopt te zingen, waar liters gedronken wordt, en waar slechts twee andere vrouwen aanwezig zijn, die aan hun mannen hangen als slangen. Op het punt waarop ik gedwongen wordt mijn stem te laten horen valt de stroom weer uit. In de stromende regen naar huis, dat is, de hoek om, waar spinnen en hagedissen mij al verwachten. De familie muis heeft haar onderdak recht boven mijn hoofd gevonden en knaagt de hele nacht aan de elektriciteitskabels. Dit is het echte leven. Dit is de jungle van Ecuador.

maandag 1 december 2008

December in Vilcabamba

De kou trekt langzaam maar zeker door de Noorderlijke hemisfeer terwijl de Andes in het zuiden van Ecuador kampt met de regens die door de opwarming van de aarde worden veroorzaakt. De zon lijkt vandaag niet door de witte lucht te kunnen breken. Het dal, met daarin het kleine dorp, baadt in groenig licht. Een kolibrie beweegt haar vleugels op recordsnelheid terwijl ze met haar smalle snavel het onderste uit de kan probeert te halen. Het is december.

Terwijl ik mijn tanden in een waterige meloen zet luister in naar de Schrijfster en de Acteur. Zij wordt hier gebracht door het verlangen om haar boek nu eindelijk eens af te maken. Hij is op zoek naar echtheid. Hij is de allermooiste man die ik ooit heb gezien. Zij is hilarisch. Beiden Canadees. Het gesprek: wat doen we hier. Het antwoord: we zijn. Hun creativiteit verbaast en inspireert me en ik wil niets liever dan dat dit ontbijt nooit stopt, dat we door kunnen gaan met dit zijn. Ik ben nu al een week in het kleine dorpje Vilcabamba, waar de mensen vaker wel dan niet de honderd passeren, waar regelmatig UFO´s worden opgemerkt en geaccepteerd en waar de medicinale werking van de duizenden bloemen en planten de lucht laat zinderen van volheid. Wandelend en paardrijdend ben ik door de bergen getrokken, om ´s avonds met een white russian in mijn hand mijn Spaans, Duits en Engels te verbeteren. Ik heb alternatief Thanksgiving gevierd met de hippiegemeenschap, chicha gedronken, citroenen zien groeien en uren onder een boom zitten praten. Heb met zelf meegebrachte bananen chifles met guacamole laten maken. Ben middenin de nacht bij een nieuwe vriendin in bed gekropen. Heb een monster met duizend poten bekeken en om zijn sprongen gelachen.

Ik weet wel dat ik binnenkort naar Los Angeles moet vliegen maar dat zet me niet aan tot een laatste keer door een land knallen. Integendeel, ik wil hier zijn. En dus boek ik nog een nacht, terwijl Mateo van de receptie zijn hoge lachje lacht en zegt dat hij al lang wist dat ik nooit weg zou gaan. Buiten ruikt het naar leven. De Schrijfster beweegt haar van artritis roestige botten in het zwembad, ik lig op bed grappen te maken, en de Acteur hangt aan een balk in de kamer het interieur op te leuken.

Later, achterin een pick up de heuvel af naar het dorp, dag Acteur, hallo Sieradenman. Natuurlijk wil ik even met je praten. Dorpsleven op zijn mooist. Dus ik blijf nog even.