vrijdag 29 mei 2009

Een engel op een brommer

Het ruikt er naar uitlaatgassen, gras en gebraden worsten, en wat je hoort zijn honderden vogeltjes die de lente vieren. De wereld was hier kortgeleden nog in tweeen gedeeld. Er staat een oud stuk van een muur die de een van de ander scheidde. Een dun stuk beton, niet erg hoog, volgeklad. Niet alleen die muur, maar alles is beschreven. Alsof men hier bij het wasmiddel een gratis graffitispuitbus kreeg.
De lokale koffie keten heet Balzac en die naam alleen is al reden genoeg hier de soy latte uit te proberen. Met een logo dat een engeltje op een brommer uitbeeldt kan het niet anders dan hemels zijn. Ware het niet dat er nergens een Balzac te vinden is, behalve 'die ene die we laatst ergens zagen'. 'Gelukkig hebben we de foto's nog', vindt E. . Maar daar nemen we toch geen genoegen mee en daarom starten wij 'Op Zoek Naar Een Balzac', en 'De Balzac missie'. Ondertussen zien we vele hoogte- en dieptepunten van Berlijn, varen we op een bootje naar een meer, dansen tot E.'s voeten er praktisch afvallen, maar dat valt allemaal in het niet op het moment dat we na dagen zoeken een Balzac hebben gevonden en ons met een daar verkregen koffie in het zachte gras onder de dom in het warme zonlicht baden, ver genoeg van Nederland om ons helemaal nergens zorgen over te maken.

maandag 4 mei 2009

Aardappel Deen

Hij heeft grauwblond haar en zijn hoofd heeft de vorm en structuur van een aardappel. Zijn ogen, klein en waterig blauw, weggevallen onder in borstelige wenkbrauwen overgaande denkrimpels. Een van zijn mondhoeken trekt wat als hij me iets onverstaanbaars vraagt. Door een flinke por in mijn zij heeft hij me weggerukt uit zoete dromen over verre landen en met de afdruk van de rits van mijn rugzak in mijn wang kijk ik hem verdwaasd aan. Het lijkt wel of hij schreeuwt. Wie heeft die muziek ook zo hard gezet? Ik pulk een van mijn oordopjes los. 'Rotterdam?' vraagt hij. 'Nee. Het laatste station is Rotterdam'. 'Oh. Sorry!'.

Hij komt uit Denemarken en wil praten. Hij heeft in Nederland gewoond en gaat nu op bezoek bij vrienden. In Rotterdam. Verdere koetjes en kalfjes slaat hij over en hij vraagt me of ik gelukkig ben. Eerst schieten me alle sociaal wenselijke antwoorden te binnen, vervolgens een rijtje vreselijk ongepaste. Buiten een prachtig maaiveld waar ik na een half antwoord opeens ontzettend in geinteresseerd ben. Maar hij blijft aandringen. Is het normaal in Denemarken om je onbekende medereiziger, die je net al genadeloos uit haar welverdiende slaap hebt getrokken, vragen te gaan stellen over de Zin van haar leven? Ik wil hem slaan.

Ongeveer tien minuten later, als ik mij weer veilig in mijn eigen wereldje heb geinstalleerd, krijg ik weer een stoot. Hij zag me net schrijven, en wil weten wat ik heb opgeschreven. 'Onvertaalbaar', mompel ik. Ik weet wat het is om een onbekende in een land te zijn, maar volgens mij voelt iedere volwassene met normaal ontwikkelde sociale voelsprieten aan dat er soms geen interesse is voor een gesprek. Aardappel Deen blijft echter volhouden. Zijn gezicht vertoont geen enkele uitdrukking als hij praat, in zijn twintig minuten pogingen tot toenadering heb ik hem nog geen enkele maal zien lachen. 'Het volgende station is Rotterdam Centraal, eindpunt van deze trein'. Hij schrikt. Moet eruit. En bedankt mij uitgebreid voor het Geweldige gesprek. Verbaasd kijk ik hem na en vraag me af hoe hij dit beleefde. Hij trekt een beetje met zijn been. De vlek op zijn tas heeft de vorm van Australie.