Dat het er klein en donker zou zijn had ik ergens wel verwacht. De rondrennende kinderen gillen, vrouwen wachten geduldig, een baby huilt. Het ruikt er naar alcohol, kruiden, vieze luiers en een vleugje rottend vlees. Een harige spin kruipt over het rottende plafond. De receptie is verlaten en dus loop ik naar een willekeurige ruimte. Of er iemand beschikbaar is. De vriendelijke Ecuadoriaan neemt me bij de arm, roept wat tegen een zuster en zet mij in een kamertje. Enkele minuten later stamel ik in mijn beste Spaans antwoorden tegen een dokter op vragen die ik niet begrijp. Hij heeft de zachte bruine ogen en chocolade huid van een indigino en spreekt geen woord Engels. Als hij ziet dat ik bijna begin te huilen legt hij mij op de onderzoekstafel, en laat me achter bij een kordate zuster die een thermometer in mijn mond duwt, mijn bloeddruk meet en ondertussen gezellig kwebbelt over het weer. Hij komt terug met een A4-tje met de Engelse vertaling van zijn vragen en een glimlach die me geruststelt. Vervolgens vertelt hij me na onderzoek dat ik veel eerder had moeten komen, dat ik echt mijn medicijnen moet nemen en dat het allemaal goed komt.
Twee weken, een zware antibioticakuur, een jungletrip en een groentedieet later breng ik weer het grootste gedeelte van de dag door op het toilet en overdenk de mogelijkheden om het ziekenhuis te ontwijken. Deze keer heb ik geen koorts en geen zin in nog meer medicijnen -want die doden niet alleen de slechte bacterien maar ook mijn weerstand. In plaats daarvan eet ik papayazaadjes en baad ik mij in de baden onder de waterval in het dorp met de welgekozen naam Baños. Met op de achtergrond veel versies van ´Feliz Navidad´ verbrand ik, slechts honderd kilometer verwijderd van de evenaar die ik eerder bezocht heb. Met mijn ogen dicht probeerde ik recht over de exacte nullijn van de aarde te lopen, wat vrijwel onmogelijk is door de magnetische velden die je dan wel naar het Noordelijk, dan wel naar het Zuidelijk halfrond trekken.
Naast Baños heeft de vulkaan Tungurahua enkele dagen geleden besloten weer actief te worden. Na een dag duidelijke rooksignalen af te hebben gegeven heeft hij zich achter een permanente wolk verstopt om zijn geheime plan tot in de puntjes uit te werken. Twee jaar geleden is hij voor de laatste keer uitgebarsten, mensen sparend maar wegen vernielend. Als ik in het dorp informeer of het niet gevaarlijk is om hier te zijn lacht een jonge Ecuadoriaan en zegt: ´Natuurlijk niet! We hebben immers een bel!' Geen enkele reden om me druk te maken dus en daarom drink ik nog maar een mojito met Tim, de ronde roodharige Ierse chef die goedgemutst vieze grappen vertelt en brownies voor mij uit zijn keuken smokkelt. Die zijn zelfs voor mijn buikbacterie onweerstaanbaar.
zaterdag 20 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Mmmm, het is vast een bacterie die mee wil reizen richting het westen, op zoek naar avontuur! Sterkte ermee.
He Renate!
Gezellig zo'n beestje bij je.. Hopelijk maakt hij/zij je niet al te slapjes en kun je blijven genieten van het onderweg-zijn!
groetjes hendrik
Hey Renate
Kan je niet via je verzekering regelen dat er een Nederlandse zuster met je mee moet reizen? Dan kom ik wel :D!
Succes! Geniet van het reizen!
Liefs Janine
Een reactie posten