zondag 16 augustus 2009

Zen

De vloer is koud en het matje dun. De ruimte 1.50 bij 2.10. Twee andere matjes staan opgerold tegen de muur, op een met plastic afgedekt tafeltje ligt een stel witte kleren en een deken. Blauwe gordijnen met vlinders voor het getraliede raampje. Een klein rood ventilatortje bromt een liedje voor de bewoners van dit huis: twee spinnen, twaalf mieren, en ik.

'Regel 6: U belooft tijdens uw verblijf geen levend wezen te doden'. Bacterieen uitgezonderd, ga ik voor het gemak maar even vanuit terwijl ik me baad in DEET. De witte kleren gaan aan en ik doe mijn best de mieren, die de snelste weg naar mijn ondergoed proberen te vinden, in mijn hand op te vangen. Licht uit, deur dicht, smalle gang door. Het is nog niet licht buiten.

In de zaal liggen 14 grijze matjes klaar. Op de meesten bevindt zich al een iemand. Het ruikt er een beetje muf. Een groot wit buddhabeeld kijkt met halfgesloten ogen toe. Het kijkt een beetje scheel. Ervoor staan gesloten lotusbloemen, kaarsen, en wierook. Iemand loopt naar een matje, buigt drie keer, en gaat dan zitten, met de voeten naar achteren. Anderen volgen. Ik vind een matje ergens achterin en kruip er wat ongemakkelijk op. Een monnik komt binnen; sommige mensen buigen, iedereen houdt zijn hoofd gebogen, uit respect. Ik voel me wit en reusachtig. Dan begint hij te praten in een taal die ik niet versta. Er wordt geknikt en dan draait men zich onverwacht om. Ik zie het te laat en schaam me omdat iedereen ziet dat ik nog recht vooruit kijk. Maar ze kijken niet naar mij, ze zingen met gesloten ogen in het Sanskrit gebeden voor de Buddha, de Dhamma en de Sangha.

'Regel nummer 3: Zowel tijdens als na de meditatie wordt u geacht niet te praten'. De meditatietijd is 9 uur per dag. Daarnaast zijn er de twee maaltijden, de gezangen, en de preken van de monniken. Tip, een Thaise, vertaalt.

Tien ventilators zoemen koelte, veertien mensen zoeken rust. Zittend of langzaam lopend, met behulp van concentratie alles om zich heen waarnemend. Alles waarnemen, maar je door niets laten beinvloeden. Een mug loop door mijn nek. 'Alles waarnemen, maar je door niets laten beinvloeden.' Hij kruipt richting mijn oorlel. 'Alles waarnemen, maar je... geen levend wezen doden..'. Ik hoor hem serieus overwegen zich te nestelen in mijn oor, waar hij ongetwijfeld eitjes zal leggen, waar maden uit zullen groeien, die in deze hitte na een dag zullen uitkomen en hun weg zullen eten naar mijn hersens. 'Alles waar..' of het is een malariamug, die mij een lange pijnlijke dood zal bezorgen, die ik zal accepteren want ik zal 'geen levend wezen doden, geen levend wezen doden'. Het wordt heter, ik beweeg al bijna, wat als hij mijn oor dichtprikt. Kramp in mijn voet. 'Alles waarnemen, maar je door niets...' en wat is dat? Een mierenleger over mijn dijbeen? Straks halen ze al hun vrienden en tillen ze me naar de mierenhoop waar ze me stukje voor stukje zullen opeten. 'Door niets laten beinvloeden. Door niets laten beinvloeden. Door niets ....' TUUUUUUUUUUUUUUT. Het is tijd om te eten.

Geen opmerkingen: