maandag 25 augustus 2008

Oogbal

De eerste winkel die ik binnenloop verkoopt oogballen, afgehakte vingers, kruisloze bodysuits en kaarten. Het is half zes 's avonds en ik heb zes en een half uur gereisd om uiteindelijk in Boston aan te komen. Ik vlucht snel de winkel uit en plof neer in de Starbucks met een cappuchino en een brownie; twee essentiele onderdelen in mijn dieet. Starbucks, mijn veilige haven, rots in de branding, en wat dies meer zij, word zoals altijd bevolkt door gekleurde mensen achter de counter en blanken ervoor. Aan de tafel achter mij vindt een louche deal plaats.

Een langharige jongen van een jaar of zestien, bekleed met goud schuift aan bij een magere Rus en haalt een i pod touch tevoorschijn; zijn vriend staat voor het raam spiedend het uitzicht te verpesten. 'So, how much?' vraagt de Rus. 'Mheimmsm' mompelt de ander. 'Hmmm'. 'Hmmm'. Er word wat geprutst en geklikt, en schichtig naar mij gekeken terwijl ik net doe alsof ik in mijn boek aan het schrijven ben, opzichtig de pen optillend, en te grote slokken van mijn cappuchino nemend. 'I'll meet you at the gasstation at 9', gromt de jongen die amper de baard in de keel heeft. Voor ik het weet zijn ze verdwenen en heb ik het kleine hoekje weer voor mezelf, om de ervaringen van de afgelopen week te overdenken.

Slechts een week geleden was ik hier ook, maar dan op Harvard. Vriendin G. studeert daar en nam me op een persoonlijke tour. Omdat we geen slaapplek hadden besloten we bijzonder vriendelijk te zijn tegen Alex, een vage bekende van haar, die ons de vloer van zijn kelder aanbood. Eerst moest hij echter een project afmaken in het laboratorium, heel hard bacterieen schudden en dan kijken wat er met ze gebeurt. Zielig. Om ons tijdens het schudden te vermaken staken we dingen in de fik, en discussieerden we over Pim Fortuyn. De vloer van het lab sliep best lekker. De vloer van zijn kamer is ranzig en ik ben bang aangevallen te worden door ratten, maar besluit er maar vanuit te gaan dat die er niet zijn. Zijn alarmklok speelt 'oh when the saints', heel hard en heel vals.

De 6 dagen daarna vieren we in Acadia National Park, in Maine. Een hostel met vreselijk aardige eigenaars word even mijn huis. Ik leer rotsklimmen en verf van schrik dezelfde avond mijn haar. Ik beklim de moeilijkste berg met veel plezier op blote voeten en lees pas bovenaan dat deze klim alleen geschikt is voor mensen met ervaring en de juiste uitrusting, dat er mensen zwaar gewond zijn geraakt en anderen zijn overleden op die bergwand. Handig, dat ze zo'n bord bovenaan zetten, als je al levend bent aangekomen. De afdaling doe ik met een stuk minder plezier. Met een bijzonder slechte voorbereiding (een halve fles water, geen eten, en geen schoenen) en een kater is vijf uur klimmen toch wel lang. Maar ik zie wel een slang en spreek een vrouw die zal emigreren als McCain de verkiezingen wint.

Iedere morgen zitten G. en ik aan dezelfde tafel te ontbijten, met een breakfast sandwich and orange juice. Tropicana please. En we mogen twee keer steak, rare please, with fries and do you maybe have some mayonaise? Awesome, cheers.

Nog twee volle weken te gaan en dan naar Zuid Amerika. Alsof ik dat durf, in mijn eentje!

1 opmerking:

pama zei

O ja..... dat durf jij best! Na al je avonturen is Zuid Amerika een welkome afwisseling. Je zult ontdekken hoe vriendelijk de mensen zijn. Just go for it!