maandag 1 september 2008

Zwerver

Het is donker in het oude koffiehuis in Burlington. De kleine ruimte wordt opgevuld door een zestal tafels, stoelen, banken en een grote bar. Lampen met kappen van gebutst ijzer verlichten de ruimte een klein beetje. Aan de muur hangen kleurige schilderijen van niets in het bijzonder en op de bar staan verse koekjes. Op een podiumpje in de hoek staat een zanger met zijn gitaar. Er zijn zes anderen in de ruimte aanwezig; drie daarvan zijn zijn vrienden, twee zijn onbekenden en een is de barvrouw.

'I'm sweating like the ocean', zegt hij en ik schiet in de lach, zoals telkens om zijn zelfgebakken engels. Maar dan begint hij te spelen, zo vol overtuiging als ik in een heel lange tijd niet heb gezien. Mensen komen en gaan, blijven even kijken of rennen meteen weer weg. Het lijkt hem niets te doen. Hij speelt niet voor de aandacht, hij speelt omdat hij muziek wil maken. De afgelopen dagen heb ik samen met deze man uit Montreal etend, drinkend en muziekmakend het kleine stadje aan het meer in Vermont verkend. Zonder zorgen, want wat is er om ons zorgen over te maken? We hebben beiden niet veel meer bij ons dan een rugzak en een half plan. Hij trekt door de Verenigde Staten naar de westkust, constant op zoek naar nieuwe mensen om zijn muziek mee te delen. Zonder geld, zonder baan, zonder huur, zonder verplichtingen, zingt hij in een van zijn nummers, is het leven geweldig.

Aan het einde van de avond zijn er zestien mensen, waarvan drie uitbundig dansen. Hij kijkt op en bedankt het publiek. De ventilators aan het plafond verspreiden de geur van verse koffie, en even voel ik mij compleet gelukkig.

Geen opmerkingen: